Minder uren tijdens corona werken leidt tot verrekening vakantie-uren

Een werknemer die in de coronaperiode zonder toestemming veel minder uren werkte dan van hem mocht worden verwacht, moet dat verrekenen met zijn vakantiedagen.

De werkgever moet hem wel nog ruim 3.900 euro bruto betalen aan vakantiedagen (198-vakantie-uren). Dat heeft de kantonrechter bepaald.

Uit de roosters blijkt dat de werknemer net als de andere werknemers vanaf 21 maart 2020 50 procent was ingeroosterd vanwege de coronapandemie. Deze uren moeten niet voor rekening van werknemer komen. Uit een rooster dat de werknemer zelf als roostermaker opstelde volgt dat hij gedurende een periode nog maar 8 uur per week werkte. De kantonrechter is met de werkgever (een kopieerwinkel) eens dat de werknemer de minder gewerkte uren dan 50 procent (96 uur) moet verrekenen met zijn vakantie-uren.

Korter werken vanwege corona

Uit de stukken en verklaringen blijkt dat de werknemer minder werkte, maar ook dat alle medewerkers korter zijn gaan werken vanwege corona. Er is ook een nieuw rooster gemaakt met ingang van 17 maart 2020, hetgeen vrij in het begin van de coronapandemie was. De werkgever heeft ook niet voldoende gemotiveerd betwist dat de werknemer destijds voor 50% van zijn gebruikelijke uren op locatie aanwezig zou moeten zijn vanwege corona, zoals hij stelt in zijn conclusie na enquête. Deze uren moeten niet voor rekening van de werknemer komen.

Nog maar 8 uur per week

Uit de roosters, opgesteld door de werknemer zelf, volgt echter ook dat hij enige tijd slechts 8 uur heeft gewerkt. Dit heeft de werknemer niet nader kunnen verklaren. De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat de vordering van de werknemer gedeeltelijk toewijsbaar is.

Uit de roosters en zijn eigen stelling in de conclusie na enquête volgt dat de werknemer vanaf 21 maart ingeroosterd was voor 50% vanwege de coronapandemie. Per 7 april 2020 volgt uit een ander rooster, eveneens door de werknemer opgesteld, dat de werknemer nog maar 8 uur per week werkte. Daarvoor heeft hij geen nadere verklaring gegeven.

Zonder toestemming en reden minder gewerkt

Met de werkgever is de kantonrechter van oordeel dat de uren die de werknemer minder dan de ingeroosterde 50% heeft gewerkt, zijnde 96 uur, voor verrekening met de openstaande vakantie-uren in aanmerking komen, omdat deze uren voor rekening van de werknemer behoren te komen; hij heeft immers zonder reden, zonder toestemming en zonder dit aan zijn werkgever kenbaar te maken (veel) minder uur gewerkt dan waartoe hij gehouden was. Dat was mede mogelijk omdat hij zelf de roosters maakte. Onder die omstandigheden moet het niet verrichten van zijn werkzaamheden in redelijkheid voor rekening van de werknemer te komen.

Verrekening met openstaande vakantie-uren

De werknemer heeft, voor zover een aantal wettelijke vakantiedagen zouden zijn vervallen, betaling gevorderd van 330,64 uur, tegen € 18,57 per uur, te vermeerderen met 8% vakantiegeld. In deze berekening is echter uitgegaan van 26 vakantiedagen, in plaats van 25, over de jaren 2016 tot 1 juli 2020 (oftewel 4,5 jaar). Dit betekent dat hierop 4,5 dag in mindering moet worden gebracht (36 uur) en voornoemde 96 uur, zodat een aantal van 198,64 uren toewijsbaar is, gelijk aan een bedrag van € 3.983,84 bruto. Dit bedrag wijst de kantonrechter dan ook toe.

Ook de wettelijke verhoging is toewijsbaar, maar deze wordt gezien de (valide) discussie over de uren beperkt tot 10%, evenals de wettelijke rente. De werkgever moet daarover ook een deugdelijke bruto-nettospecificatie te verstrekken. Ook de wettelijke rente wordt toegewezen zoals gevorderd, evenals de buitengerechtelijke kosten, die worden berekend over het toegewezen bedrag.

Bron: SalarisVanmorgen: Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 31 januari 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:385

Meer nieuws

Meer weten?

Bel, mail of chat gerust voor een afspraak.