Minister Van Gennip gaat in op de stand van zaken van drie onderwerpen wat betreft WW-premiedifferentiatie (hoge en lage WW-premie) in de Wet arbeidsmarkt in balans.
De minister ziet af van een aantal voorgenomen wijzigingen in de (lage) WW-premie:
- Tijdelijke contractuele urenuitbreiding bij lage WW-premie blijft mogelijk.
- Arbeidsovereenkomst met meerdere arbeidsomvangen blijft onder voorwaarden bij lage WW-premie mogelijk.
- Bij het herzien van de lage WW-premie naar de hoge WW-premie wordt herzieningssituatie 3 voorlopig niet ingevoerd en herzieningssituatie 4 definitief niet ingevoerd.
- Seizoensarbeid wordt niet uitgezonderd van de hoge WW-premie.
De minister van SZW informeert over de volgende drie onderwerpen wat betreft WW-premiedifferentiatie:
- de voorgenomen wijzigingen in het Besluit Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) en het Besluit nadere regels oproepovereenkomsten;
- de nog niet ingevoerde herzieningssituaties waarbij met terugwerkende kracht de hoge WW-premie moet worden afgedragen;
- de motie Wiersma-Heerma over seizoensarbeid.
Op basis van gevoerde gesprekken over deze onderwerpen heeft de minister besloten enkele
wijzigingen niet aan te brengen in het huidige beleid.
1 Wijziging Besluit Wfsv en Besluit nadere regels oproepovereenkomsten
De ambtsvoorganger van Van Gennip heeft in november 2021 aangegeven het Besluit Wfsv en
het Besluit nadere regels oproepovereenkomsten te willen wijzigen. Na gesprekken met de uitvoering en stakeholders heeft de minister besloten de voorgenomen wijzigingen op dit moment niet door te voeren, maar om de situatie te monitoren.
Tijdelijke contractuele urenuitbreiding
Vanaf invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) in 2020 tot en met het verschijnen van het onderzoek in november 2021 is door het ministerie het standpunt uitgedragen dat een tijdelijke contractuele urenuitbreiding altijd kwalificeert als tweede tijdelijke arbeidsovereenkomst (waar de hoge WW-premie voor geldt). Toen uit het onderzoek bleek dat dit standpunt juridisch niet houdbaar was, is het standpunt met terugwerkende kracht herzien.
Hierdoor is er niet altijd sprake van een tweede arbeidsovereenkomst bij een tijdelijke contractuele urenuitbreiding, maar is dit afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Zo is het bijvoorbeeld
mogelijk om binnen de bestaande arbeidsovereenkomst tijdelijk dezelfde werkzaamheden van een collega met zwangerschapsverlof over te nemen.
Meer wendbaarheid mogelijk
Door het herziene standpunt hebben werkgevers meer mogelijkheden om flexibiliteit te realiseren onder de lage premie. Daarmee wordt de wendbaarheid binnen vaste contracten voor werkgevers vergroot. Voorheen gold dat altijd de hoge premie moest worden toegepast bij een tijdelijke contractuele
urenuitbreiding. Nu is dit ook mogelijk onder de lage premie. De arbeidsduur kan immers binnen de bestaande arbeidsovereenkomst worden gewijzigd. Hiervoor is wel instemming van de werknemer benodigd.
Verduidelijking oproepovereenkomst
Volgens de onderzoekers gaf de regelgeving onvoldoende uitsluitsel over wat de precieze scheidslijn is tussen een oproepovereenkomst en een niet-oproepovereenkomst en was de regelgeving voor meerdere interpretaties vatbaar. Om een einde te maken aan eventuele onduidelijkheid is ook het standpunt dat een arbeidsovereenkomst met wisselende arbeidsomvangen een oproepovereenkomst betreft met terugwerkende kracht herzien. Dat is niet langer het geval.
Arbeidsovereenkomst met meerdere arbeidsomvangen
Door dit standpunt te herzien is het mogelijk om een arbeidsovereenkomst met meerdere arbeidsomvangen overeen te komen onder de lage premie, zolang deze maar als één aantal uren per tijdseenheid van ten hoogste één maand of jaar (mits gelijkmatige loonspreiding) zijn vastgelegd. Hierdoor kwalificeren arbeidsovereenkomsten waarin een tijdelijke urenuitbreiding is overeengekomen
niet langer als oproepovereenkomsten en biedt dit werkgevers meer wendbaarheid.
Concept wijzigingsbesluit
Door het herzien van de standpunten hebben werkgevers meer mogelijkheden om flexibiliteit te realiseren onder de lage premie. Daarmee wordt meer wendbaarheid gecreëerd onder de lage premie en verlaagt het de kosten voor werkgevers. Daarmee is eveneens het risico op oneigenlijk gebruik van de regelgeving toegenomen.
De ambtsvoorganger van Van Gennip heeft aangekondigd te verkennen hoe dit risico verkleind kan worden. Dit heeft geleid tot een concept besluit tot wijziging van het Besluit Wfsv en het Besluit nadere regels oproepovereenkomsten. Begin 2022 zijn hierop uitvoeringstoetsen uitgevraagd en is het concept wijzigingsbesluit uitgezet voor internetconsultatie.
Zeer complex
Op basis van de uitvoeringstoetsen en internetconsultatie concludeert de minister dat de voorgenomen wijzigingen – voor zowel de werkgevers als uitvoering – zeer complex zouden worden. De complexiteit zit met name in het maken van onderscheid tussen situaties waarin het wel en niet wenselijk is om flexibiliteit toe te staan onder de lage WW-premie.
Dit gaat bijvoorbeeld om situaties waarin de werknemer het verzoek tot een aanpassing van de contractuele arbeidsomvang indient of wanneer dit verzoek door de werkgever wordt gedaan. In de afgelopen periode is daarom met de uitvoering en stakeholders verkend of deze complexiteit kan worden verminderd. Dat is helaas niet gelukt.
De toename van complexiteit zou ertoe leiden dat de begrijpelijkheid en daarmee ook het draagvlak voor de regelgeving afneemt en dat werkgevers (onbewust) meer fouten gaan maken bij het invullen van de loonaangifte. Daarom heeft de minister opnieuw afgewogen of de mogelijke risico’s opwegen tegen een toename van de complexiteit voor de werkgevers en uitvoering. Daarbij is zij ook uitgegaan van
het vertrouwen in werkgevers en het gegeven dat er op dit moment nog geen signalen zijn dat er oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de regeling.
Regelgeving vooralsnog ongewijzigd
Van Gennip heeft besloten om de regelgeving vooralsnog ongewijzigd te laten. Zij acht het niet proportioneel om de complexiteit van de regeling voor alle partijen te verhogen om potentieel oneigenlijk gebruik uit te sluiten. Wel vindt Van Gennip het belangrijk om de situatie te monitoren, om zo inzichtelijk te maken of en in welke mate oneigenlijk gebruik voorkomt. Dit zal onder meer meelopen in de evaluatie van de Wab (2023-2025).
2 Herzieningssituaties – werkgever moet lage WW-premie herzien
De afgelopen periode heeft de minister met de uitvoering gesproken over twee herzieningssituaties in premiedifferentiatie WW die nog niet in werking zijn getreden. Op basis van deze gesprekken heeft Van Gennip besloten om deze op dit moment niet in te voeren.
Op dit moment zijn twee herzieningssituaties van kracht. Indien één van deze situaties zich voordoet,
betaalt de werkgever met terugwerkende kracht voor het betreffende jaar alsnog de hoge WW-premie. Dit doet de werkgever door de lage WW-premie te herzien.
Het gaat om de volgende twee situaties:
- als het vaste contract binnen twee maanden na aanvang wordt beëindigd;
- als de werknemer in een kalenderjaar meer dan 30% extra uren werkt dan contractueel is overeengekomen.
Met de invoering van de Wab in 2020 is herzieningssituatie 1 in werking getreden.
Herzieningssituatie 2 is na de uitbraak van het coronavirus twee jaar opgeschort. Deze herzieningssituatie is per 1 januari 2022 in werking getreden.
Daarnaast beschrijft de memorie van toelichting van de Wab twee herzieningssituaties die tot nu toe niet zijn ingevoerd. Dit zijn de volgende situaties:
3. de werknemer krijgt binnen een jaar na aanvang van de dienstbetrekking een WW-uitkering door arbeidsurenverlies bij de werkgever;
4. de werknemer krijgt opnieuw een WW-uitkering, maximaal één jaar nadat situatie 3 is opgetreden.
Deze herzieningssituaties zijn bedacht om te voorkomen dat vaste contracten flexibel worden ingezet door deze na korte tijd te ontbinden (situatie 3) en om een draaideur richting de WW te voorkomen, met name bij seizoensarbeid (situatie 4).
Deze herzieningssituaties zijn tot nu toe niet ingevoerd, omdat ze vanwege de complexe aard tot fouten in de uitvoering zouden leiden en tot een stapeling van complexiteit bij uitvoeringsorganisaties, werkgevers en softwareontwikkelaars.
Herzieningssituatie 3 voorlopig niet ingevoerd
Na overleg met de uitvoering, heeft de minister geconcludeerd dat er momenteel onvoldoende aanleiding is om herzieningssituatie 3 in te voeren. Zij kiest ervoor om de monitoring te continueren om te
bezien of het invoeren van deze herzieningssituatie in de toekomst wel nodig is.
Herzieningssituatie 4 definitief niet ingevoerd
Verder heeft de minister besloten om herzieningssituatie 4 definitief niet in te voeren. Uit het
onderzoek blijkt namelijk dat herzieningssituatie 4 nauwelijks voorkomt. Er is geen aanleiding om te denken dat deze situatie in de toekomst wel vaker zal voorkomen. Tegelijkertijd komt naar voren dat deze herzieningssituatie slecht begrepen wordt en als zeer complex wordt ervaren door zowel werkgevers als de uitvoering.
3 Seizoensarbeid
In november 2021 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat het niet mogelijk is om seizoensarbeid uit te zonderen van de hoge WW-premie. Sindsdien zijn alternatieve routes verkend om maatwerkoplossingen te vinden. Dit bleek echter niet mogelijk.
Uit de verkenning is gebleken dat het niet mogelijk is om seizoensarbeid op een goede manier af te bakenen. Er bestaat op dit moment geen eenduidige en gedragen definitie van het begrip seizoensarbeid waarbij kan worden aangesloten. Bij een op te stellen subsidieregeling ontstaat hierdoor het risico dat een te ruime of te smalle invulling van het begrip seizoensarbeid wordt gehanteerd.
Daarnaast gaat een subsidieregeling voor seizoensarbeid gepaard met juridische belemmeringen.
Tot slot brengt een subsidieregeling op deze schaal risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik met zich mee.
Het is dus onmogelijk gebleken om een maatwerkoplossing te vinden. Met de afronding van bovenstaande verkenning beschouwt de minister de motie als afgedaan.
Kamerbrief over premiedifferentiatie Werkloosheidswet (WW) (Bron:https://www.salarisvanmorgen.nl/2023/06/08/premiedifferentiatie-ww-wijzigingen-in-lage-hoge-ww-premie-niet-ingevoerd/)