Een student die aan de voorwaarden voldoet, kan de studenten- en scholierenregeling laten toepassen. Je gebruikt bij deze regeling de kwartaaltabel.
In de kwartaaltabel is meer loonheffingskorting verwerkt dan in de andere tijdvaktabellen, waardoor de student meer nettoloon kan overhouden.
Bij de studenten- en scholierenregeling ga je uit van een loontijdvak van een kalenderkwartaal, ook al is het werkelijke loontijdvak anders. Je gebruikt dan de kwartaaltabel. Omdat hier meer loonheffingskorting in is verwerkt, houdt u meestal geen of minder loonbelasting/premies volksverzekeringen (loonheffing) in.
Ook voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet geldt het kalenderkwartaal als loontijdvak en gebruik je de kwartaaltabel.
Let op: bij gebruik van de studenten- en scholierenregeling is er geen onderscheid in tijdvakloon of bijzonder loon.
Voor welke studenten geldt de regeling?
De studenten- en scholierenregeling geldt voor de volgende studenten:
- studenten voor wie bij het begin van het kalenderkwartaal recht bestaat op kinderbijslag volgens de Algemene Kinderbijslagwet;
- studenten die bij het begin van een kalenderkwartaal recht hebben op een gift of prestatiebeurs volgens de Wet studiefinanciering 2000 of de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
- buitenlandse studenten uit een ander land van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland of Liechtenstein die beschikken over een International Student Identity Card (ISIC).
Eerste dag kalenderkwartaal
Voor de eerste twee situaties kun je de studenten- en scholierenregeling alleen toepassen als de student op de eerste dag van een kalenderkwartaal voldoet aan de voorwaarden. Dus als hij op 10 november in dienst komt, kan hij de regeling alleen laten toepassen als de ouders of verzorgers op 1 oktober recht hadden op kinderbijslag. Of als de student op 1 oktober recht had op studiefinanciering.
Schriftelijk doorgeven
Als een student gebruik wil maken van de studenten- en scholierenregeling, moet hij dit schriftelijk doorgeven aan de werkgever. Het verzoek moet voorzien zijn van datum en handtekening.
In het verzoek vermeldt de student het volgende:
- het burgerservicenummer;
- de ingangsdatum van de regeling;
- dat hij student of scholier is in de zin van de regeling;
- dat hij de regeling wil laten toepassen.
Voor het verzoek kan hij gebruikmaken van ’Model Opgaaf gegevens voor de loonheffingen (studenten- en scholierenregeling)’. Dit formulier bewaar je bij de loonadministratie.
Buitenlandse studenten en scholieren
Wil je de studenten- en scholierenregeling toepassen voor een buitenlandse student of scholier uit een ander land van de Europese Unie, of uit IJsland, Noorwegen, Zwitserland of Liechtenstein? Dan moet je kunnen bewijzen dat sprake is van een student of scholier. Dat kan met een International Student Identity Card (ISIC). Studenten die geen ISIC hebben, kunnen deze kaart aanvragen via de internetsite van ISIC.
Voor de gegevens voor de loonheffingen kun je gebruikmaken van ‘Model Opgaaf gegevens voor de loonheffingen (studenten- en scholierenregeling)’. Dit formulier bewaar je samen met een kopie van de ISIC bij de loonadministratie.
Kwartaaltabel toepassen
De studenten- en scholierenregeling houdt in dat de werkgever de kwartaaltabel mag toepassen in plaats van de tijdvaktabel die hij zonder toepassing van de regeling moet gebruiken. In de kwartaaltabel is 1/4 deel van het jaarbedrag aan loonheffingskorting verwerkt. In de andere tijdvaktabellen is een evenredig deel van het jaarbedrag aan loonheffingskorting opgenomen. In de maandtabel is dit bijvoorbeeld1/12 deel.
Meer loonheffingskorting
Aangezien in de kwartaaltabel meer loonheffingskorting is verwerkt, kan het zijn dat het te betalen bedrag aan loonheffing gelijk is aan het bedrag aan loonheffingskorting. Mogelijk hoef je dan niets of minder in te houden op het loon van de student.
Voorbeeld
Een student met een weekendbaantje ontvangt elke maand een loon van € 100. In de zomervakantie werkt hij extra uren. Hij ontvangt in augustus een loon van € 1.000. Hij laat de loonheffingskorting toepassen. Wat is het verschil tussen het wel en niet toepassen van de studenten- en scholierenregeling?
De bedragen in dit voorbeeld zijn fictief.
Maand | Brutoloon | Inhouding zonder studentenregeling | Inhouding met studentenregeling |
Juli | € 100 | € 0,00 | € 0,00 |
Augustus | € 1.000 | € 51,50 | € 0,00 |
September | € 100 | € 0,00 | € 0,00 |
In dit voorbeeld hoef je door het gebruik van de kwartaaltabel niets in te houden op het uitbetaalde loon in het kwartaal. De student krijgt het brutobedrag netto uitbetaald. De loonheffingskorting waar hij recht op heeft, is volledig verrekend via zijn loon. Hij hoeft hiervoor geen aangifte inkomstenbelasting meer te doen.
Als je de maandtabel toepast, is het in te houden bedrag in het kwartaal € 51,50. De student kan de teveel betaalde loonheffing terugvragen door aangifte inkomstenbelasting te doen.
Loonheffing berekenen met toepassing regeling
Als je de studenten- en scholierenregeling gebruikt, bereken je de in te houden loonheffing als volgt:
- Bij de eerste loonbetaling bereken je de in te houden loonheffing over dat bedrag volgens de kwartaaltabel.
- Bij de daaropvolgende betalingen tel je het loon dat je al eerder in het kalenderkwartaal betaalde op bij het loon dat je op dat moment betaalt.
- Bereken de loonheffing alsof je op dat moment het hele loon betaalt.
- Breng daarop in mindering het bedrag aan loonheffing dat je al eerder had berekend.
- De uitkomst van de berekening houd je in op het uit te betalen loon. Je mag niet uitkomen op een negatief bedrag.
Voorbeeld
De bedragen in dit voorbeeld zijn fictief.
Maand | Brutoloon | Cumulatief loon | Cumulatieve inhouding volgens kwartaaltabel | Inhouding op het uit te betalen loon per tijdvak |
April | € 1.000 | € 1.000 | € 0,00 | € 0,00 |
Mei | € 1.000 | € 2.000 | € 0,00 | € 0,00 |
Vakantietoeslag | € 300 | € 2.300 | € 36,75 | € 36,75 |
Juni | € 1.000 | € 3.300 | € 176,25 | € 139,50 |
Het totaal aan in te houden loonheffing in het kwartaal is € 176,25.
Werknemersverzekeringen en bijdrage Zvw
Je berekent de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) op dezelfde wijze als de in te houden loonheffing. Dit doe je volgens het systeem van voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR). Je gebruikt voor de bepaling van het maximumpremie- en bijdrageloon het kwartaalmaximum. Het kwartaalmaximum bepaal je door driemaal het maandbedrag in aanmerking te nemen.
Voorbeeld
Een werknemer komt op 2 januari in dienst en ontvangt een bruto maandloon van € 1.500. De werknemer heeft gevraagd om de studenten- en scholierenregeling toe te passen. Het kwartaalmaximum is € 15.000. Hoe bereken je de aanwas waarover je premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zvw moet afdragen?
De bedragen in dit voorbeeld zijn fictief.
Januari | Februari | Maart | |
Loon werknemersverzekeringen | € 1.500 | € 1.500 | € 1.500 |
Cumulatief loon werknemersverzekeringen | € 1.500 | € 3.000 | € 4.500 |
Cumulatief maximumpremieloon | € 15.000 | € 15.000 | € 15.000 |
Cumulatieve grondslag werknemersverzekeringen | € 1.500 | € 3.000 | € 4.500 |
Aanwas grondslag werknemersverzekeringen | € 1.500 | € 1.500 | € 1.500 |
Einde studenten- en scholierenregeling
Je kunt de studenten- en scholierenregeling alleen beëindigen met ingang van het eerstvolgende kalenderkwartaal. De werknemer moet hiervoor een schriftelijk verzoek bij de werkgever indienen, met datum en handtekening. Dat kan met het ‘Model Opgaaf gegevens voor de loonheffingen (studenten- en scholierenregeling)’. Bewaar het formulier bij de loonadministratie.
Meer informatie in paragraaf 18.16 van het Handboek Loonheffingen
Bron: Forum Salaris – SalarisVanmorgen