Is sprake van een fiscaal genietingsmoment als de werknemer bij het einde van het dienstverband zijn verlofrechten wil meenemen naar een nieuwe werkgever?
De Kennisgroep loonheffing van de Belastingdienst heeft een standpunt ingenomen over het fiscaal genietingsmoment wanneer de werknemer ervoor kiest om bij het einde van de dienstbetrekking zijn verlofrechten in uren en in geld mee te nemen naar een nieuwe werkgever.
Geldbedrag aan nieuwe werkgever
Verschillende cao’s bieden werknemers de mogelijkheid aanspraken op verlof mee te nemen naar een nieuwe werkgever zonder dat bij het einde van de dienstbetrekking een uitkering in geld volgt. De oude werkgever maakt daarbij een geldbedrag over aan de nieuwe werkgever, zodat de nieuwe werkgever het loon bij verlofopname kan doorbetalen.
Vragen
- Is het op grond van het arbeidsrecht mogelijk om aanspraken op (geheel of gedeeltelijk betaalde) verlofuren mee te nemen naar een nieuwe werkgever?
- Is sprake van een fiscaal genietingsmoment als de werknemer ervoor kiest om bij het einde van de dienstbetrekking zijn verlofrechten in uren en in geld mee te nemen naar een nieuwe werkgever?
Antwoorden
- Ja, arbeidsrechtelijk is het mogelijk om aanspraken op (geheel of gedeeltelijk betaalde) verlofuren mee te nemen naar een nieuwe werkgever.
- Nee, er is geen fiscaal genietingsmoment als aanspraken op geheel of gedeeltelijk betaald verlof in samenspraak én met instemming van de oude en nieuwe werkgever worden overgebracht naar de nieuwe werkgever vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Uitbetaling loon over opgebouwd maar niet-genoten verlof
De werknemer heeft bij het einde van zijn arbeidsovereenkomst recht op uitbetaling van loon over het door hem opgebouwde, nog niet-genoten verlof (hierna: tegenwaarde van het verlof). De werkgever is daarnaast verplicht om aan een werknemer een verklaring uit te reiken waaruit blijkt hoeveel nog niet genoten verlof de werknemer heeft opgebouwd bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Wanneer de werknemer vervolgens een nieuwe arbeidsovereenkomst aangaat, heeft hij tegenover zijn nieuwe werkgever aanspraak op onbetaald verlof conform de afgegeven verklaring. Zie art. 7:641 BW.
Tegenwaarde aan nieuwe werkgever uitbetalen
De werknemer kan zijn oude werkgever verzoeken de tegenwaarde van het verlof niet aan hemzelf, maar aan zijn nieuwe werkgever te laten uitbetalen. Daarnaast kan de werknemer zijn nieuwe werkgever verzoeken deze tegenwaarde uit te betalen wanneer hij de door de oude werkgever aan de nieuwe werkgever overgedragen aanspraak op verlof bij de nieuwe werkgever opneemt.
Geen strijd met arbeidsrecht
Een regeling in een cao, waarbij de oude werkgever, op verzoek van de werknemer, de tegenwaarde van het verlof (wettelijk en/of bovenwettelijk) niet aan de werknemer zelf, maar aan de nieuwe werkgever uitbetaalt, levert geen strijdigheid op met het arbeidsrecht. Dit geldt ook voor de situatie zonder dat deze mogelijkheid in een cao is opgenomen.
Is sprake van een genietingsmoment?
De werknemer heeft bij het einde van de arbeidsovereenkomst recht op uitbetaling van het loon over het door hem opgebouwde, nog niet genoten verlofdeel. Deze tegenwaarde geniet de werknemer als loon. De vraag is of sprake is van een genietingsmoment in de situatie waarin op verzoek van een werknemer niet alleen de verlofuren worden overgedragen aan de nieuwe werkgever, maar ook de tegenwaarde hiervan waarbij de werknemer de afspraak maakt dat hij het recht behoudt op (geheel of gedeeltelijk) betaald verlof.
Afspraken met nieuwe werkgever
De hoogte van het loon tijdens de verlofopname is afhankelijk van de afspraken die de werknemer hierover maakt met de nieuwe werkgever. Als de werknemer recht heeft op het voor hem op het moment van verlof geldende loon, moet de nieuwe werkgever bij een loonstijging het potje met geld aanvullen, omdat hierdoor een vrije dag duurder is geworden.
Artikel 13a Wet LB bepaalt dat loon beschouwd wordt te zijn genoten op het tijdstip waarop het betaald of verrekend wordt, ter beschikking van de werknemer wordt gesteld of rentedragend wordt, dan wel vorderbaar en tevens inbaar wordt. Hiervan is volgens de kennisgroep geen sprake als de werknemer voor het einde van zijn dienstbetrekking in samenspraak en met instemming van zijn oude en nieuwe werkgever ervoor kiest om zijn aanspraak op geheel of gedeeltelijk betaald verlof over te brengen naar de nieuwe werkgever.
Geen sprake van genietingsmoment
Er is geen sprake van een genietingsmoment om de volgende redenen:
- Het staat de werknemer vrij om af te zien van loon in ruil voor een ander loonbestanddeel (in casu een aanspraak op geheel of gedeeltelijk betaald verlof bij zijn nieuwe werkgever), mits de wijziging van zijn beloning realiteitswaarde heeft (zie: Besluit van 15 juli 2016, BLKB 2016/765M).
- Inkomsten waar iemand recht op heeft, worden niet genoten als deze worden prijsgegeven vóór het moment waarop zij vorderbaar en inbaar zijn. In dat geval is geen sprake van een besteding van het loon.
- De werknemer heeft met de overeenkomst niet de beschikking over de waarde van de aanspraak verkregen. De oude werkgever betaalt de tegenwaarde niet uit aan de werknemer om het geld te gebruiken om vrije dagen bij zijn nieuwe werkgever te kopen.
- De aanspraak verlaat de loonsfeer niet door het storten van de tegenwaarde bij de nieuwe werkgever. De tegenwaarde is niets meer dan een potje met geld om het loon van de werknemer geheel of gedeeltelijk door te betalen gedurende de vrije dag. De aard van de aanspraak wijzigt ook niet vanuit het perspectief van de werknemer.
- De kennisgroep ziet een parallel met het arrest van de Hoge Raad van 22 november 2013. Er is volgens de Hoge Raad geen sprake van een genietingsmoment als een werknemer ervoor kiest om (een deel van) van zijn loon niet uit te laten betalen, maar te reserveren. Evenmin is dit het geval als de werkgever besluit om de waarde van de aanspraken op (geheel of gedeeltelijk) betaald verlof elders onder te brengen waarbij de beschikkingsmacht bij de werkgever blijft en het ook binnen de risicosfeer van de werkgever blijft. Zie standpunt kennisgroep over vakantiedagenspaarregeling.
Inbare vordering
De werknemer moet de keuze, om de tegenwaarde van het resterende verlof over te laten maken naar de nieuwe werkgever, maken vóór het einde van de arbeidsovereenkomst. Op dat moment is de tegenwaarde vorderbaar en inbaar, behalve bij situaties waarbij bijvoorbeeld de werkgever liquiditeitsproblemen heeft in welk geval mogelijk geen sprake is van een inbare vordering.
Het is niet voldoende dat de tegenwaarde van het verlof overgaat naar de nieuwe werkgever; de werknemer moet bij zijn nieuwe werkgever ook recht krijgen op geheel of gedeeltelijk betaald verlof.
KG:204:2023:11 Overdracht tegenwaarde verlof
Bron: https://www.salarisvanmorgen.nl/2023/07/04/verlofrechten-meenemen-naar-nieuwe-werkgever-hoe-zit-dat-fiscaal/